voor het oprapen
De Voetspot, TrijntjeOp vakantie doen we het nog: om ons heen kijken. Alle grote en kleine rijkdommen van de omgeving zien. In ons eigen stek zijn we het verleerd. Nota bene mijn eigen tuin wees me daarop.
Ik was onderweg naar huis. Mijn bloedsuiker was laag, had al een tijd niks gegeten. Is niet erg, dat ken ik van mezelf. Om die reden heb ik meestal een zakje noten of iets bij me. Alleen deze keer niet. In deze toestand liep ik op mijn laatste krachten de tuin in. De fiets tegen het hek. En… ik keek recht in een rijpe pruimenboom.
Stond die er dan nog niet toen ik weg ging? Natuurlijk wel. Die pruim hangt al jaren in mijn tuin, overhangend van de buurvrouw. Ik had het alleen nooit als een optie gezien om de pruimen ook echt op te eten!!!
Vandaag pluk ik voor het eerst een pruim uit eigen tuin. Afwassen hoeft niet, ik stop hem meteen in mijn mond. Voel me een moment bevrijd van alle mitsen en maren – ja maar, spinnenrag, ja maar… neerslagstof, ja maar… Gewoon plukken en eten. Zo moet het in de oertijd geweest zijn, toen we nog jager/verzamelaars waren. Langslopen. Honger. Plukken. Eten. De kortste weg van kweekgrond naar mond.
Ik eet genoeg pruimen om energie te hebben voor het wegzetten van de boodschappen en wat simpels te koken. Ik kom weer bij.
Dit geval staat niet op zich. Als ik terugdenk, deze zomer gaf de natuur me nog meer, net op het moment dat ik het nodig had.
Die appel. In het gras. Puntgaaf. Toen de weg naar huis nog zo lang leek en ik om me heen keek of iets me kon helpen. Ik at hem op, het trok me erdoor heen, de laatste kilometer tot aan huis.
Die rozen. In de tussenberm van de wijkring. Die geur…. wat dat doet voor je gemoed… Nou ja, voor rozenparfum hoef ik hier geen reclame te maken. Dat doen de parfummerken met hun kostbare reclames al. Een instant oppepper voor onderweg en een week lang heerlijk zoete geur in huis.
Het boeket. In de bermen van de wijk. Eerst zag ik er maar één. Daarna zag ik dat de wijk vol staat met bloemen. Langs de fietspaden, de vijvers, in het park.
De lindebloesem. In het stadsplantsoen. Die zware, verdragende geur die het hele park vult. Op een terras rook ik het. De geur kwam van een kolossale boom, de takken zwaar van bloesem, hangend tot op de grond. Ik meen het te herkennen van iets dat ik gelezen of gehoord heb, van de kruidenvrouw in onze wijk. Lindebloesemthee.
Een paar takken neem ik mee voor op de vensterbank. Na een weekje, als de geur verdwenen is, en de bloemen ingedroogd, oogst ik de bloesem. De kat komt er bij zitten, als ik de tafel bestempel als plek om het kaf -de takken- te scheiden van het koren -de bloesem-.
Het smalle blaadje bij de bloemetjes laat ik eraan zitten. Geen idee of dat zo hoort, maar het ziet er erg leuk uit in het theeglas. De geur is heerlijk, de smaak is subtiel. Lijkt me een hippe opvolger van de verse muntthee op al die nieuwetijdse terrasjes. Of op z’n minst een evenwaardig zusje om uit te kiezen op de theekaart.
word weer een beetje verzamelaar
Ik was het verleerd om zo naar mijn omgeving te kijken. Zelfs de appelboom in mijn tuin, die tijdens de bezichtiging de doorslag gaf om hier te gaan wonen, zelfs die zag ik vooral als lifestyle-element. Niet om daadwerkelijk van te eten.
De zomer is perfect om te beginnen met deze andere manier van kijken. Er is zoveel. Is het nu de bedoeling dat we allemaal op zoek gaan naar lindebloesem, en met z’n allen die boom kaalplukken? Nee. Het gaat erom om je heen te kijken. Om het alternatief te zien, dat wat er al is. Het maakt ons bewust van onze omgeving, we krijgen er contact mee. Letterlijk.
De omgeving voorziet ons in wat we nodig hebben. Het is een utopie te denken dat we weer als verzamelaars alles uit de natuur gaan plukken. Maar het maakt ons wel bewust van wat er op het moment is, en of we ons daar tevreden mee kunnen stellen. Als er even geen aardbeien zijn, omdat het het seizoen niet is, dan nemen we appels.
dichtbij
Uiteindelijk is alles onze omgeving. En als we het dichtbij huis houden, scheelt dat. In brandstof, in het najagen, in de rust in je eigen leven.
Bij jou is het anders. Misschien valt jouw oog op de kamille, in plaats van de linde. Misschien liggen er langs het pad hazelnoten, in plaats van wilde pruimen. Het heeft geen zin te zoeken naar iets specifieks. Het heeft wel zin om open de wereld in te gaan, en te zien wat er bij jou voor het oprapen ligt.
Ik beloof je: het zal je verbazen
Trijntje, juli 2017