voor het oudje van later – zwerfkeien

De Voetspot, Trijntje

angst

De drijfveer voor veel in het leven is angst. Als tegenhanger van vreugde. Wat ons blij maakt willen we behouden. En vervolgens worden we bang. Omdat we zoveel te verliezen hebben? Of omdat we niet meer weten wat ons werkelijk blij maakt.

Ik ben zo bang. Dat de wereld straks nog steeds zo is als nu, of nog erger. Vooral als ik een dag ziek in bed lig, alleen, met gelukkig nog mijn telefoon naast me, maar toch: Alleen. Eén dag zo liggen is genoeg om mij schrik aan te jagen. Wat als dit drie dagen zo is. Geen moed om naar de kraan te lopen. Accu van de telefoon leeg. Niet meer kunnen opstaan. En het dan opgeven. Zo gaat dat dus, dan is dood gevonden op bed ineens niet zo ondenkbaar meer.

nou, nou, moet dat nou zo?

Ja, nu even wel, ja. Gelukkig duurde het ziek zijn maar één dag. Ik zit nu weer rechtop. En kan verder met de rest van mijn leven. Maar waarmee. Met die belangrijke en minder belangrijke zaken. En hoe daaruit te kiezen. Hoeveel tijd heb ik nog, gezond van geest en lichaam? Hoe lang nog voordat ik zelf dat oudje ben.

voor de kinderen na ons?

Angst is een slechte raadgever, maar soms een goede richtingaanwijzer. Zoals een windhaan aanwijst waar de wind vandaan komt en niet waar die naartoe gaat. Zo kan angst aangeven waar we van weg moeten blijven. En dan de andere kant opgaan.

Hoe wil je de wereld achterlaten. Die vraag is vast wel eens langsgekomen in je leven. Achterlaten aan de kinderen na ons, is dan de gedachte. Hoe nobel ook om je acties te richten naar een wereld na je dood, eerst word je zelf oud in diezelfde wereld. Het zou toch fijn zijn als je zelf ook al kan profiteren van die wereld die je voor je ziet? Deze gedachte drijft mij voort.

afval voor de een

Vorige week kregen we deze zwerfkeien op vuurplaats Beijum. Ze kwamen boven de grond bij graafwerkzaamheden in Groningen. Ze lagen daar maar in de weg, op de bouwplaats. Feitelijk was het voor de wegenbouwers afval. Nu liggen ze achter mijn huis. Op het veld waar ik zeven jaar geleden voor het eerst een vuurkorf neerzette om met buren rond het vuur te zitten.

creatief bouwmateriaal voor de ander

Doen met wat er lokaal al is, kreeg vorige week een andere betekenis. En leverde een nieuwe uitdaging, namelijk een formaat dat ik zelf niet kan tillen. Gelukkig regelde de gever ook het vervoer.

De andere uitdaging was: hoe gaan we ze neerleggen. Bewust van de verantwoordelijkheid voor deze plek, voor nu en de mensen na ons hebben we geschetst, gevoeld en ze uiteindelijk zo neergelegd. Die liggen er vast nog als ik tachtig ben. Ik verheug me nu al om dan weer hier te zijn.ontwerp vuurplaats Beijum

Waar kan ik nu nog iets aan doen. Nu, voor dat oudje van later. Als ze het zelf niet meer kan. Wat zet ik nu neer, breng ik nu in gang, voor haar? De tijd dringt. Wie denkt dat ik het allemaal voor mezelf doe, die heeft gelijk. Ik doe het voor mijn oudje van later. En ik roep iedereen op om hetzelfde te doen. Nu het nog kan.

Trijntje de Haan

oktober 2017

 

vuurplaats Beijum – buurten rond het vuur