Kerst en oud & nieuw zijn weer in aantocht: feesten waarbij veel geld, tijd en aandacht wordt besteedt aan lekker eten. In deze blog een paar ideeën voor vleesloze kerstdrankjes en -gerechtjes, aangevuld met kruiden uit de natuur. Want ook in december kun je wildplukken. Mits het niet al te hard vriest of sneeuw ligt, kun je de hele winter door vogelmuur, veldzuring, kleine veldkers, look-zonder-look of witte dovenetel vinden.

douglasspar

Kerstthee van de spar

De naalden van de Douglasspar of grote zilverspar zijn heerlijk aromatisch. Gebruik ze als smaakmaker in kruidenolie of wildplukthee. Of maal gedroogde naalden fijn en maak er kruidenzout van.
Let op dat je alleen naalden van onbespoten bomen gebruikt. En verwar het niet met de giftige taxus.

Ingrediënten:
2 cm gemberwortel
8 takjes van de Douglasspar (ongeveer 10 cm lang)
1 theelepel kaneel
1 liter water

Bereiding:
Snijd de gemberwortel in plakjes en doe ze, samen met de takjes spar en de kaneel in een theepot. Giet er kokend water over. Laat 10 minuten trekken en klaar is je kerstthee.

Appelpunch

Maak een lekkere winterwandeling door het bos en ga op zoek naar geel nagelkruid en Douglasspar. Geel nagelkruid staat vaak langs het pad. In de winter vind je nog de herkenbare bladrozetten. De wortels van deze plant kun je gebruiken als thee, in plaats van kruidnagel in een stamppot of er een punch mee op smaak brengen.

Ingrediënten:
1 liter appelsap
8 takjes Douglasspar (van ongeveer 10 cm)
wortels van geel nagelkruid (2 eetlepels vol)

Bereiding:
Schenk de appelsap in een pan en doe er de sparrentakjes en de wortels van het geel nagelkruid bij. Verwarm het tot bijna aan de kook, maar laat het niet koken. Laat 30 minuten zachtjes trekken. Giet de punch door een zeef en schenk het in glazen.

Wilde kruidenhummus met kerrie

Ingrediënten:
1 potje kikkererwten
3 eetlepels yoghurt
scheutje citroensap
2 theelepels kerrie
handje wilde kruiden (look-zonder-look, duizendblad en witte dovenetel)
peper en zout

Bereiding:
Spoel de kikkererwten af in een vergiet. Doe ze in een maatbeker en voeg alle overige ingrediënten toe. Maal met een staafmixer tot een puree.
Lekker op een schijfje komkommer of blaadje witlof, met als garnering fijn gesneden wilde kruiden.

Appel-bietenamuse

Ingredienten:
2 rode bieten, gekookt
2 appels
zachte geitenkaas
vogelmuur
olijfolie
citroensap
gedroogde rozenblaadjes
peper en zout

Bereiding:
Snijd de bieten en appels in heel dunne plakjes.
Leg een plakje appel op een bord. Leg daar een plakje biet bovenop. Doe daarop een stukje geitenkaas en garneer met vogelmuur. Schik meerdere amuses op een bord, sprenkel er wat olijfolie en citroensap over.
Hak een paar rozenblaadjes fijn en strooi ze over de amuses. Breng op smaak met een beetje peper uit de pepermolen.

Al druk bezig met de voorbereidingen voor kerst? Wist je dat het super eenvoudig is om je kerstfeest duurzamer te maken? Ik geef je tien simpele tips voor een groene kerst.

1. Het kerstmenu

De belangrijkste aandachtspunten voor een kerstmenu met een kleine voetprint: weinig vlees, lokale producten en groenten en fruit uit het seizoen.

2. Anti-voedselverpilling

Ga je bij familie of vrienden eten? Neem een paar bakjes mee, en biedt aan om wat lefrovers mee te nemen als de gastvrouw van plan is om het weg te gooien.

3. Kerststukje maken

De natuur weet wat kunst is. In december groeien de mooiste hulstbladeren, vind je mos in overvloed, takjes liggen al voor je op de grond en in het bos vind je nog mooie dennenappels. Een kerstbal erbij en je bent helemaal in de kerstsfeer.

4. Kerstversiering

Vanuit de minimalistische gedachte vind ik dit een geweldige oplossing: bak je eigen kerstversiering, bijvoorbeeld de kransjes in de boom. Ouderwets met meel en (veel) suiker, of pas het aan naar je eigen wensen: suikervrij, vegan, of lactosevrij. Niet zo van het bakken? Koop biologische stroopwafels en snij er met behulp van een vormpje, kerststerren uit.

5. Kerstkaarten versturen

Vind je het leuk om echte kerstkaarten te versturen? Dan hoef je je niet schuldig te voelen met deze kaartjes: Bloom your messageheeft kaarten met bloemzaadjes. Na de feestdagen gooi je ze zo in de tuin.

6. Kerstkaarsen

Ik herinner me dat we thuis nog echte kaarsen in de boom hadden. Vanwege het brandgevaar hebben we het afgeschaft, maar dat betekent niet dat kaarsen ontbreken met kerst. In de doos met kerstspullen liggen echter veel half uitgebrande kaarsen van voorgaande jaren. Speciaal bewaard, want daarmee kan je makkelijk nieuwe kaarsen maken.

7. Kerstjurk

Draag je net als ik bijna nooit een jurk maar moet je voor kerst wel op chique? Vraag je moeder/zus/vriendin of je dat leuke jurkje van haar mag lenen. Want als je jaarlijks maar weinig gelegenheden hebt om op chique te gaan, dan is het toch zonde om iets nieuws aan te schaffen.

8. Kerstboom

Heb je een echte kerstboom in huis die je na de feestdagen niet in je tuin wilt planten? Recycle ‘m dan. Kersttakken gebruik je voor het afdekken van vorstgevoelige planten. Versnipper de rest van de boom. De houtsnippers zijn een prima mulchlaag voor zuurminnende planten, zoals rododendrons en azalea’s.

9. Kerstcadeaus

Zoek je een duurzaam cadeau? Maak het zelf! En nee, dat is echt niet ingewikkeld. Vul bijvoorbeeld een glazen pot met ingrediënten voor cupcakes, limoncello of ander lekkers. Of koop een tweedehands witte mok en schrijf er een persoonlijke boodschap op.

10 Mooi ingepakt

Gezellig die cadeaus onder de boom. En dan heb je zo je best gedaan op het inpakken, wordt het papier er met brute kracht weer afgetrokken. Om linea recta in de container te belanden. Zonde! Kijk of je nog oude tijdschriften heb liggen, en pak de cadeaus daar mee in. Een oude wegenkaart (waar je toch op zou verdwalen en de tomtom kent de weg altijd beter) werkt ook goed. Of gebruik oud inpakpapier of een lap stof.

Wil je meer tips? Download dan hier het magazine ‘Groene kerst’ van Elkedaggroener.nl

 

 

Het is begin november en ik heb het geluk om op werkvakantie in Zuid-Afrika te mogen zijn. Meteen na aankomst op het vliegveld in Johannesburg vertrok ik met een vier uur durende busrit richting Nelspruit. Hier had ik de mogelijkheid om even snel mijn tas te herpakken en een douche te nemen, om vervolgens met een auto nog eens zes uur te rijden naar de Drakensberg mountain range ten zuiden van Nelspruit. We begonnen hier aan een driedaagse hike met als hoogste punt 3277 meter. Een deel van deze hike loopt door Lesotho, een eigen landje in Zuid Afrika hoog in deze bergen. De eerste en tweede nacht sliepen we in grotten die ongeveer 12 km bij elkaar vandaan liggen. De eerste grot ligt bovenaan een afgrond van meer dan 200 meter. s’Nachts gaan plassen was dan ook een spannende aangelegenheid, zeker in combinatie met verzuurde benen en slaapdronkenheid. Het smalle randje waar dat vanaf moest maakte mij echter snel wakker.

De tweede dag hadden we een tocht van 12 kilometer voor de boeg maar het was veel minder klimmen. We liepen voornamelijk over de bergtoppen met hier en daar wat klimmen en dalen. De Drakensberg is ontstaan doordat lava vanuit de kern van de aarde omhoog borrelde bij het verschuiven van de continenten. Steeds hoger en hoger vormde zo deze bergen. Dit stopte zo’n 150 miljoen jaar geleden. Nu is het een steeds losser wordend gesteente wat elk jaar ongeveer 2 millimeter afbrokkelt. Uiteindelijk zullen de bergtoppen waar wij over lopen dan ook verdwijnen in de zee, een zeer onwerkelijke gedachte op 3000 meter hoogte. Dit landschap gevormd miljoenen jaren voordat wij überhaupt bestonden. Wij hebben de kans om hier van te mogen genieten, in de milliseconde waarin wij op deze plek aanwezig zijn.

Het bergbeklimmen komt erg overeen met hoe ik probeer te leven. Zo moesten we om bij de eerste grot te komen meer dan 1500 meter klimmen over een afstand van 10 km. Veel stukken waren heel erg steil. Ik had al lang geen echte bergen meer beklommen, over het algemeen zijn dit soort pieken in Nederland namelijk dun bezaaid. Zelfs bij de Kardingerbult in Groningen of de Vaalserberg in Limburg was ik al een tijd niet geweest. Mijn conditie is goed maar met een bepakking van meer dan 20 kilo viel het me ontzettend zwaar. Toch kon het me niet breken. Mijn hoofd probeerde continu bezig te zijn met hoe zwaar het wel niet was, hoe ver het nog zou zijn, en of ik het wel kon vol houden. Op een gegeven moment vormen zich continu de gedachten hoe het zou zijn om er te zijn en te mogen rusten. Paniek en onrust zijn dan het gevolg. De key was telkens weer terug te keren naar het nu. Recht voor je uitkijken naar de bergwand en telkens kleine stapjes zetten. Een paar seconden uitrusten en weer verder gaan. Niet nadenken maar lopen. Zo kom je steeds dichter bij je doel. Je haalt een eerste passage, vervolgens een tweede. Telkens komt er weer een nieuwe piek in zicht, waar weer een andere piek achter ligt maar het lichaam blijft doorgaan ondanks de angsten en gedachten die opkomen vanuit de mind.

In ons leven worden we eigenlijk continu geleefd door ons hoofd. Het maakt het ons moeilijk door een vals beeld van onszelf te creëren, te doen alsof we iets niet zouden kunnen. Het lichaam is oneindig sterk en kan met een sterk hoofd eindeloos lang doorgaan. Als je in het nu leeft is er dus eigenlijk nooit veel aan de hand.

De laatste dag liepen we over een afstand van ongeveer 15 km langzaam terug omlaag. Aangezien we boven de 3000 meter zaten moesten we erg veel dalen. De paadjes waren vaak heel smal met naast je enorme dieptes. Als je er van een afstand naar keek leek het haast onmogelijk en extreem gevaarlijk. Toch kwam ook hier dat principe weer terug, je niet laten leiden door angst en verstijven maar rustig doorlopen. Als je eenmaal op het pad liep viel het eigenlijk enorm mee. Van te voren lijken dingen vaak onmogelijk en kan het lijken alsof we het nooit zullen redden, alsof we er nooit zullen komen. Als je dan een stukje onderweg bent groeit je kracht en kun je er anders naar kijken.

Uiteindelijk was de laatste dag nog de zwaarste. Drie dagen hike in de benen, veel moeilijk en technisch dalen en langzaam geroosterd worden door steeds warmer weer. Na een lange dag kwamen we dan toch uiteindelijk beneden aan, waar de rivier een geweldige afsluiting was van een geweldige tocht. Afgelopen weekend was ik in Kruger National park, daar lees je alles over in mijn volgende blog.

Sinds een tijdje ben ik bezig met afval minderen. Dat is een uitdaging, want best een zoektocht. Je moet dan namelijk écht heel anders gaan denken en doen. Over alle details van je dagelijks leven. Om het makkelijk te maken heb ik 8 praktisch tips verzameld, die voor iedereen haalbaar zijn.

Omdat ik schrok van ons afval, met name de hoeveelheid plastic, ging ik me verdiepen in ‘no waste’. Ik schreef er een uitgebreide blog over op mijn eigen site.

Het is namelijk niet zo makkelijk. In onze consumptiemaatschappij, waar ‘gemak’ voorop staat, is het een hele toer om serieus afval te minderen.

Door het toch te proberen, ben ik al heel anders gaan denken over al dat plastic in ons leven. Dat is namelijk veeeeeeel… Dus doe mij dus maar een onsje minder… of liever: een paar kilo.

In dit artikel geef ik een aantal tips over leven met minder afval. Als je hiermee begint, ga je vanzelf anders kijken naar afval in je leven. Zo kom je erachter hoe gewend je bent aan bepaalde verpakkingen en manieren om iets te gebruiken. En hoe onzinnig dat soms is.

8 beginnerstips voor minder dagelijks afval

  1. Organiseer wekelijks een kliekjesmaaltijd, waarop je restjes uit koelkast en vriezer omtovert tot soep, saus, salade, stoofpot of ovenschotel. Het is een leuke, creatieve en intuïtieve manier van koken. En je ontdekt nog eens nieuwe combinaties.
  2. Voor vrouwen: knip uit een zacht katoenen lap oogmakeup-watjes en gezichtsreinigingslapjes. Die kun je in een klein linnen zakje wassen.
  3. Neem je eigen koffiemok mee onderweg en laat die vullen bij de koffiecorner, neem je eigen hervulbare drinkfles mee. Koop geen plastic flesjes meer. Als je toch onderweg drinken wilt kopen, kies dan voor recyclebaar blik of glas.
  4. Was jezelf niet meer met douchegel uit een plastic fles, maar met een stuk zeep uit een papieren wikkel. Wil je nog verder gaan, was dan ook je haar met een speciaal zeepblok.
  5. Koop wat vaker op de markt, of in een stalletje aan de kant van de weg (platteland) en stop je koopwaar in een linnen tasje of blikken trommel. Kijk eens of je dit kunt voortzetten bij de groentenman, de viskar, kaasboerof zelfs de bakker.
  6. Weiger onnodig plastic, zoals plastic rietjes/bordjes/bekertjes/bestek/prikkertjes of piepschuim materiaal. Gebruik bij het afwegen van groente in de supermarkt een duurzaam netje of zakken van dun textiel (linnen/katoen) in plaats van de plastic zakjes op de rol.
  7. Plan beter vooruit met slimmer boodschappen doen en maaltijden voor te bereiden. Door impulsief (of te laat) de supermarkt in te duiken, of zonder lunch op pad te gaan, kies je sneller gemaksvoedsel en gemaksproducten in vaak onnodige verpakking. Ook afhaal- of bestelmaaltijden zijn nogal ‘verpakkingsgevoelig’.
  8. Kijk eens naar een gebruiksvoorwerp of wegwerpvoorwerp en bedenk wat het afvalloze of plasticvrije alternatief is. Bijvoorbeeld: gebruik losse thee in een thee-ei of theefilter, gebruik lucifers in plaats van plastic aanstekers.

ALTERNATIEVEN zonder afval: in plaats van een theezakje een thee-ei met losse thee, in plaats van plastic aanstekers weer een ouderwets doosje lucifers gebruiken.

Meer tips?

  • Lees het boek Het Zero Waste Project van de twee zussen Nicky en Jessie Kroon
  • Volg op Instagram Easy Eco Tips
  • Zoek op internet naar de termen Zero Waste en No Waste

Jouw tip?

Heb je zelf een goede afvalbeperkende tip? Ik ben benieuwd!

Als je in de supermarkt goed om je heen kijkt, zie je ontzettend veel pakjes, zakjes, kant-en-klaar producten en houdbare producten. Vaak zijn ze op smaak gebracht met allerlei smaakversterkers, suiker of zout. En zijn ze aantrekkelijk gemaakt door aantrekkelijk vorm gegeven verpakkingen met hippe slogans.

Maar hoe gezond en lekker zijn de pakjes nu echt? Wat vind jij? Zelf vind ik de kant-en-klaar pakjes echt niet lekker. Veel te zout en met een vreemde bijsmaak van de smaakversterkers. En ik eet het al tientallen jaren niet meer.

Umami

Het is zo gemakkelijk je eten zelf te maken, als je maar een aantal dingen onthoud. Gebruik verse producten, breng je eten op smaak met veel verse kruiden en vergeet de ‘vijfde smaak’, ofwel ‘umami’ niet. Je kent vast de vier smaken, zoet, zuur, zout en bitter. Maar de vijfde smaak ‘umami’ zorgt er voor dat je gerecht lekker hartig smaakt.

Gedroogde paddenstoelen, schimmelkaas, zongedroogde tomaten en vlees zorgen voor umami in je eten. Maar ook het synthetische gemaakte en nogal omstreden ve-tsin, E 621 of MSG (mononatriumglutamaat). Leer de synthetisch nagemaakte umami smaak vervangen door natuurlijke umami smaak.
Het gebruik van vlees of kaas is helemaal niet nodig om de umami smaak aan je eten te geven. Gebruik bijvoorbeeld edelgistvlokken om een hartige smaak te geven aan je pastagerecht, bak oesterzwammen met een uitje en eet dit op brood, voeg zongedroogde tomaten toe aan een salade met boekweit. Gebruik veel verse kruiden, kappertjes en olijven. En gebruik verse ingrediënten.

Om je op weg te helpen, hier een lekker herfstrecept met paddenstoelen.

Herfstsoep met paddenstoelen

Ingrediënten:
1 eetlepel ghee of roomboter
1 ui
1 teen knoflook
½ prei
¼ pompoen
200 gram vers eekhoorntjesbrood (of 1 bakje oesterzwammen)
50 gram gedroogd eekhoorntjesbrood
1 handje harig knopkruid
1 liter bouillon
peper naar smaak

Bereiding:
Pel en snipper de ui. Snijd de knoflook in kleine stukjes, de prei in ringen. Maar het eekhoorntjesbrood schoon en snijd het in blokjes.
Snijd de lelijke plekjes van de pompoen, verwijder de pitten en snijd het in blokjes. Je hoeft de pompoen niet te schillen.
Wel het gedroogde eekhoorntjesbrood in een beetje warm water.
Fruit de ui in de ghee of roomboter. Bak de paddenstoelen, prei, knoflook en pompoen even mee.
Voeg dan de bouillon, het gewelde eekhoorntjesbrood (met het water), het knopkruid en peper toe. Breng aan de kook en laat nog 10 tot 15 minuten zachtjes pruttelen tot de pompoen gaar is.

 

Vorige week streden wij, Katja, Lilla en Ageda, tegen elkaar in de Foodbattle. Dit is een initiatief van de gemeente Groningen en Milieu Centraal. De bedoeling is om 7 dagen lang een dagboek bij te houden over hoeveel eten we verspillen. Voor de organisatoren is dit nuttige informatie, voor ons een mooie gelegenheid om stil te staan bij hoe veel wij aan voedsel verspillen.

Per jaar gooien we in Nederland 40 kilo goed voedsel weg. Behalve dat dit geld kost (namelijk zo’n 140 euro per persoon per jaar), is het ook nog eens verspilde energie en onnodig gebruik van grondstoffen. Als duurzame bloggers mogen wij ons best bewuste eters noemen en op de hoogte zijn van voedselverspilling. Hoewel we in vergelijking met het landelijk gemiddeld aardig goed hebben gescoord, eindigen we niet op 0. Tijd voor wat zelfreflectie. Waar zijn we tegen aan gelopen tijdens de Foodbattle?

Lilla: “Ik heb mijn medebloggers uitgenodigd om samen met mij mee te doen aan de foodbattle. We zijn allemaal goed op weg, maar het is nooit een slecht idee om weer kritisch te zijn. Bovendien worden deze cijfers door de gemeente Groningen en Milieu Centraal gebruikt voor statistieken en ik vind dat de milieubewuste burger ook vertegenwoordigd moet worden. Ik heb bewust gekozen voor de herfstvakantie, om het nog een grotere uitdaging te maken. Waar ik zelf slecht scoorde was er eigenlijk sprake van een ‘domme fout’. Ik kan altijd goed inschatten hoeveel eten er gekookt moet worden zonder dat er te vaak restjes in de koelkast belanden (vers eten vind ik nou eenmaal zelf het lekkerst), maar deze week schatte ik onze honger op een avond iets te hoog in. Als je de restjes dan ook nog eens op het aanrecht vergeet, is dat wel zonde geweest. Verder heb ik 3 kiwi’s moeten weggooien omdat ze in de koelkast tegen de achterwand aan kwamen te zitten en zo bevroren. Toch maar weer de koelkast een graadje warmer zetten! En wat ook nog meespeelde waren de kontjes van het brood. Die vinden we allemaal niet zo lekker thuis. Achteraf denk ik: we hadden het ook kunnen bewaren voor de eendjes, dan hadden we ook nog een leuk uitje, maar die week waren we druk druk. Om af te sluiten met een positief verhaal: ondanks dat we schillen niet hoefden mee te rekenen heb ik toch mijn best gedaan om zo min mogelijk in de groentecontainer te gooien. Ik heb chips gebakken van wortel en aardappelschillen. En lekker dat het was!”

Recept: chips van aardappel- en wortelschillen Gebruik de schil van zoveel aardappels en wortels als je maar benodigd bent voor een ander recept (bijvoorbeeld hutspot!). Doe dit bij voorkeur met de dunschiller zodat je mooie dunne plakken krijgt die lekker krokant worden in de oven. Verwarm de oven voor op 175 graden. Besprenkel de schillen met olijfolie en eventueel kruiden (ik gebruikte een beetje paprikapoeder en peper). Masseer dit goed door de schillen. Zet het op een bakplaat bekleed met bakpapier voor 15 minuten in de oven. Laat het even afkoelen en uitharden na de baktijd. Eet smakelijk!

Ageda: “Ik was er toch aardig van overtuigd dat ik geen eten weggooi. Maar de werkelijkheid vertelt me iets anders: ik verspil. Niet heel veel, maar toch. En vooral: onnodig. Die beschimmelde boterham bijvoorbeeld. Die hoeft niet wanneer ik bij aankoop het brood direct in de vriezer stop. Het is vakantie, en dochterlief is dan minder van het brood dan tijdens schoolweken. Dat weet ik. Toch liet ik het rustig in de broodbak liggen. Noem het luiheid. Zonde. Echt weggooien hoefde gelukkig niet, Bella en Disko, onze lieve kippetjes hebben er van gesmuld. En toen was er de knoflookmayonaise. Twee weken geleden gekocht voor een bijzonder recept. We aten er toen allemaal van. Dat is het fijne van knoflook: als je allemaal eet, ruikt niemand het. Maar de rest van de week was druk en moest er altijd wel iemand ’s avonds de deur uit. Die wilde geen knoflookmayonaise. En om het nu in m’n eentje te eten… dan praat niemand meer met me de rest van de avond. Dus nee, knoflookmayonaise in een grote bak is geen succes. De volgende keer voeg ik beter een teentje knoflook toe aan een schep mayo en eten we het in een keer op. Tot slot verspilde ik de havermelk. Ik wil graag plantaardige melk drinken, maar stiekem vind ik volle melk veel lekkerder in de koffie. Van elk hadden we een pak in huis. En liet ik de havermelk dus staan. Die kan dus ook ‘zuur’ worden. Ik stap voorlopig weer over op de volle melk. Die blijft nooit langer dan drie dagen in de koelkast.”

Katja: “Ik ben handig met restjes en zeker nu ik een bokashi-emmer ben begonnen (die fermenteert keuken-afval en overig voedsel tot compost) heb ik voor wat ik eventueel verspil nog een toevlucht. Toch heb ik tijdens de Foodbattle gemerkt dat er soms voedsel verloren gaat, omdat onze huishoudelijke organisatie en planning op bepaalde punten niet slim is. Voorbeeld: we koken soms net te veel rijst of pasta. Ik weet dat je daar van alles van kunt maken, maar de rommelige organisatie van onze koelkast maakt dat we bakjes met restjes over het hoofd zien. Ook merk ik dat er de neiging is om na het opscheppen van de borden een restje in de pan te laten zitten. Dat is een soort gewoonte: ‘dan kun je lekker nog wat opscheppen’, wat in de praktijk vaak niet gebeurt! Dat is iets geks: waarom niet gewoon alles opgeschept? Of minder gekookt? Nu vergeten we dat restje in de pan, doen we het in een bakje, en verdwijnt het in de koelkast… En vind ik dat te laat terug…. Ik ga een maatbeker aanschaffen voor rijst en pasta, de pan leegscheppen en… zoek tips voor een slimmere koelkastindeling. Die zijn dus welkom!”

 

Circulaire economie. Ik vind het maar een moeilijk woord. Ik hoor er vaak over als het gaat om de bouw, waar oude materialen opnieuw gebruikt worden. Net als in ons huis, waar we oude dakpannen en stenen opnieuw gebruiken. Maar wat betekent circulaire economie voor het gewone huis-tuin-en-keuken-werk?

Moeten we natuurlijk eerst snappen in wat voor economie we nu zitten. We noemen de economie van vandaag de lineaire economie. In deze economie wordt een product gemaakt, gebruikt en weggegooid. Denk aan een plastic zakje: het wordt gemaakt, je verpakt je brood er in en als je brood op is, verdwijnt het zakje in de prullenbak. In dit systeem creëren we waarde door zoveel mogelijk producten te maken en te verkopen.

Afval wordt grondstof

In de ciruclaire economie doen we het anders: hier ligt de focus op het behoud van grondstoffen. Met dit oogpunt zijn de producten ook gemaakt: om weer te kunnen hergebruiken. Als de levenscyclus van het product ten einde is, hoeft het niet weggegooid te worden, maar kan je het terugsturen naar bijvoorbeeld de fabrikant die het uit elkaar haalt en de onderdelen opnieuw gebruikt. Binnen de circulaire economie gaat het om verminderen, veranderen, verduurzamen, oftewel ‘reduce, reuse, recycle’. Er wordt bezuinigd op de grondstoffen (reduce), producten worden gemaakt van herbruikbare grondstoffen (reuse) en aan het einde van het ‘nut’ gerecycled (recycle). Kortom: Afval bestaat niet meer. En grondstoffen raken niet op. Want afval wordt weer grondstof.

Een mooi voorbeeld is Mud Jeans. Zij maken en verkopen spijkerbroeken. Ik heb al verschillende broeken bij hen geleased. Gaat hij kapot dan repareren ze hem voor je. Is hij versleten, dan stuur je ‘m terug in ruil voor een nieuwe. Mud Jeans versnippert de broek en maakt er vervolgens weer een tas van. Of een nieuwe broek. Je oude broek dient dus als grondstof voor een nieuwe. Grondstoffen raken zo veel minder snel op.

Onze economie van vandaag is gericht op kopen kopen kopen. Oftewel, gezien door de ogen van de fabrikant: verkopen verkopen verkopen. We klagen toch allemaal dat de wasmachine na een jaar of 5 al bijna versleten is, terwijl we vroeger rustig 25 jaar met hetzelfde product deden. En probeer jij maar eens een koffiezetapparaat te repareren. Grote kans dat je hem niet eens open krijgt! Deze producten zijn niet gemaakt voor langdurig gebruik, maar met het verzoek om zo snel mogelijk weer een nieuwe te kopen.

Zo kan het wel

We moeten ons dus zien los te maken uit deze stroming. Hoe? Tja, dat is op dit moment nog niet heel makkelijk. Nederland heeft zich zelf als doel gesteld om in 2050 een circulaire economie te hebben. Zitten we tot zolang met de armen over elkaar? Dacht het niet! Dit is wat we al kunnen doen:

  • Koop geen wegwerpproducten. Die zijn gericht op eenmalig gebruik en na gebruik ook nutteloos
  • Koop minder. Vraag je af of je het wel echt nodig hebt.
  • En als je het nodig hebt, moet je het dan ook echt kopen? Of kun je het lenen? Of leasen? Of is het tweedehands te koop?
  • Gebruik wat je hebt zo lang mogelijk.
  • Is het kapot? Kijk of je het kan laten repareren?
  • Valt het niet te repareren? Misschien kun je er iets anders van maken? Kijk eens op Pinterest, daar vind je 1001 ideeën (zie de afbeeldingen in dit blog). Bijvoorbeeld wat je kan doen met je oude shirt, handdoeken, fietsbanden, enz. Wees creatief.
  • Kan je er echt niets meer mee? Zorg er dan voor dat je het goed weggooit. Scheid je afval. Oud apparatuur kan naar de milieustraat, versleten kleding in de kledingcontainer. Zo kan het allemaal nog een keer hergebruikt worden. Wat in de grijze container belandt, wordt grotendeels verbrand. En dan is het weg en kan niemand er meer iets mee. En dat is zonde.
  • Wil je er gewoon van af? Verkoop het op marktplaats of geef het weg.

Delen is lief

Delen is een mooi onderdeel van de circulaire economie. In plaats dat we allemaal alles voor onszelf kopen, kunnen we ook kijken wat familie, vrienden of buren al hebben. Bijvoorbeeld een auto. Gereedschap. Een partytent. Of misschien iets kleins als een koffer. Je bent immers niet het hele jaar op vakantie!

 

BewarenBewaren

De meidoorn hangt vol rode bessen. Lekker voor de vogels, maar ook eetbaar voor ons. Meestal hangen er genoeg, dus een paar oogsten voor eigen gebruik kan makkelijk. Zo puur smaken ze nogal melig, maar in combinatie met appels zijn ze heerlijk. Ik maak er een lekkere meidoorn-appelmoes van. Lekker bij gebakken oesterzwammen met zoete aardappel.

meidoornbes

Recept meidoorn-appelmoes

Neem een gelijke hoeveelheid meidoornbessen en appels. Verwijder van de appels het klokhuis. Kook ze samen met de meidoornbessen in een klein laagje aanhangend water tot de appels tot moes zijn. Voeg eventueel nog een beetje water toe als het te dik is.
Pureer ze dan met de roerzeef. En klaar is je mooie rozerode moes. Lekker om zo op te eten, maar ook in combinatie met tamme kastanjes, quiche of een stoofschotel.

 

Recept gebakken oesterzwammen met zoete aardappel

Ingrediënten:
scheut olijfolie
1 ui
1 teen knoflook
1 bakje oesterzwammen
1 zoete aardappel
handje wilde kruiden
peper en zout

Bereiding:

Pluk een hand vol wilde kruiden. Je vind nu bijvoorbeeld nog zevenblad, opnieuw uitgelopen brandneteltopjes, harig knopkruid, paardenbloemblad of look-zonder-look. Was ze en hak ze grof.

Verhit de olie in een koekenpan en fruit de ui en knoflook hierin. Voeg dan de in stukjes gesneden zoete aardappel en oesterzwammen toe. Bak het goed door tot de zoete aardappel gaar is.

Breng op smaak met de wilde kruiden, peper en zout en bak de kruiden nog even mee.

Toen ik begin dit jaar mijn groentetuin begon, had ik geen flauw idee wat de eventuele opbrengst zou kunnen zijn. Zonder enig plan ging ik aan de slag. Dat ik er de hele zomer, en nu nog, van zou kunnen eten, had ik niet gedacht. En wat over is, verkoop ik voor een klein prijsje aan de weg. Ook daar vind ik gretig aftrek. Dit vraagt om een herhaling. En dan misschien nog wel iets groter.

De moestuin eind mei

Wortels, bietjes, uien, knoflook, spinazie, komkommer, augurk, andijvie, sla, snijbonen, sperziebonen, rode kool, boerenkool, prei, knolselderij, tomaten, peper, paprika, spruiten en courgette… veel courgette. Het een deed het beter dan het ander, mede, of dankzij de droogte. De knoflook bleef een beetje klein, de tomaten hielden het snel voor gezien en de schoot snel door. Rupsen aten in het voorjaar de fruitbomen kaal, vogels deden zich te goed aan de bessen en afgelopen week aten andere rupsen weer de spruiten op. Maar er was ook veel goed nieuws: De bietjes waren groot en zoet, de wortels oogst ik nog steeds, net als de courgettes. De bonen gaven me nog een tweede ronde, net als de komkommers. Ik blijf me elke dag weer verbazen over de veerkracht van de tuin.

De moestuin half juli

Heel veel vragen

Niets zo heerlijk dan elke dag met de handen in de grond. Dat heb ik deze zomer ondervonden. Maar het was ook een zomer van leren, leren, leren. Hoe ga ik om met de droogte en de hitte? Hoe vaak moet ik water geven? En wat is het nut van mulchen? Welke groente zet ik waar? Wat is het verschil tussen combinatieteelt en wisselteelt? En welke past het best bij mij? Welke bloemen zet ik erbij? Hoe weer ik hinderlijke luizen, rupsen, katten en mollen uit mijn groentetuin? Maar vooral: wat wil de natuur mij eigenlijk vertellen? En hoe moet ik daar dan op reageren?
En dan was er nog een leerproces bij de kippen die ons elke dag een eitje bezorgen. Bella werd broeds en er kwamen kuikens. Wat eten ze, en laat ik ze in het hok bij de rest? Waar zit het gevaar, nu plotseling het tweede kuiken is verdwenen? En wat doe ik met de haan die elke dag agressiever werd?

Leren van de praktijk

Het antwoord op al deze vragen (er zijn er nog veel meer), zou een boekwerk kunnen worden. Gelukkig staat het al beschreven in veel boeken en is online van alles te vinden. Leren betekent voor mij niet dat ik uren met mijn neus in de boeken zit. Elk probleem dat zich voordoet zoek ik ter plekke op. Zo leer ik ook het best. En dat moet ook, want volgend jaar wil ik de tuin verder uitbreiden. En dan hoop ik dat ik meer mensen in de buurt (Assen, Marsdijk) kan bedienen met mijn eigen groente en fruit. Geteeld met water, zon en veel liefde.

Tijd om stil te zitten is er niet. De uien en knoflook kunnen al de grond in voor volgend jaar. De bedden moeten worden opgeschoond en groenbemesters gezaaid. En een plan moet er komen. Dan kan ik het hele jaar door nog meer genieten van mijn tuin.

 

 

BewarenBewaren

vlierbessensiroop

Nee, dit is niet de zoveelste DIY-blog met recepten. Internet staat vol met foto’s, uitleg, en gunstige werking van welk spul uit de natuur dan ook.

Ok, ok, een klein beetje dan, omdat het zo leuk is. Vlier. Ons inheemse winterpreparaat tegen griep, keelpijn, koorts bij griep. En mag ik zeggen: het werkt echt. Dat is de reden waarom ik dit jaar opnieuw de moed bijeenverzamel om een voorraadje siroop aan te leggen.

Na een middag en avond plukken, selecteren, koken, vullen, heb ik 4 liter geconcentreerde vlierbessiroop. Beetje teleurgesteld was ik wel. Zoveel moeite voor die luttele flesjes.

wat is dit waard?

Op internet zie ik wat een flesje vlierbessap kost. 250 ml, 3,- Dus mijn 4 liter heeft een waarde van 48,-  Ik had er natuurlijk meer water bij kunnen doen. Dan lijkt het meer. Aanlengen is in de handel de beste winstverhogende maatregel sinds de oudheid. Maar wie hou ik hiermee voor de gek. De siroop zou minder waarde hebben, maar tegelijk meer kosten. Voor mijn eigen voorraad maak ik natuurlijk de beste kwaliteit. Toch zit de waarde niet in het uitgespaarde geld.

 

ecologische voetafdruk

Het effect is eerlijk gezegd verwaarloosbaar. Ok, die flesjes zijn gerecycled. Er is geen fossiele brandstof gebruikt, behalve het kookgas. Maar ik heb waarschijnlijk per liter siroop meer gas gebruikt dan in de siroopfabriek.

Het lijkt zo zinloos om dit te doen vanwege het verkleinen van de voetprint. Hoeveel flesjes ik ook vul, het zal nooit opheffen tegen de milieuschade van olietankers, gif en plasticgebruik van fabrikanten. Let wel: dit doen ze voor productie van onze spullen. Om over de impact van vliegtuigvluchten nog maar te zwijgen. Milieu-impact, daar hoef ik geen siroopflesjes voor te vullen. Ook niet door mezelf wijs te maken dat kleine beetjes helpen. De impact van deze middag komt uit heel andere hoek.

 

lekker dichtbij voor mij

Terwijl ik zo de besjes selecteer denk ik aan van die workshops van het een of ander dat je in de natuur kan doen. Vaak moet je daarvoor reizen. En vaak betalen. Terwijl ik hier in mijn eigen buurtje mijn kostje vergaar, heb ik mijn eigen workshop gecreëerd. Ik ben lekker buiten, heb mijn beweging in de frisse lucht. En hoef daar niet de wijk voor uit. Scheelt op dit moment toch weer een auto op de weg. Ik blijf weerstand voelen om voor een beleving als dit auto- of OV-kilometers af te leggen, terwijl het letterlijk in de buurt ook kan. Het vraagt om een andere kijk. Namelijk te zien wat er hier voorhanden is. Geen vlier, maar wel pruimen of bramen in de buurt? Doe daar dan iets mee. En laat die bessen voor wie daar dichtbij woont.

eco-bewustzijn voor de ander

Mensen spreken me aan terwijl ik besjes pluk. Plukken is een ongewoon fenomeen in hun buurt. ‘Ik heb deze dingen nog nooit gezien,’ zegt mijn dochter die even komt kijken wat ik doe. De struik staat vlak voor ons huis! Sinds ze kan lopen, is ze er duizenden keer langsgegaan. Een buurman vraagt. ‘Bessenjam?’ Zijn vrouw maakte dat vroeger. Een postbezorger komt langs. ‘Kun je dat eten?’ Ik vertel hem over vlierbes. ‘Een van de weinige dingen die tegen griep en keelpijn helpt. Ik maak er siroop van.’ – ‘Weer wat geleerd,’ en hij loopt door. Tijd is geld. Al helemaal voor een postbezorger. Een volgende keer zal hij toch anders naar deze struik kijken. Een eenpersoonsactie draagt zo verder uit. Anderen zien de natuur met andere ogen. Zo bezien is deze middag goed besteed.

winkelen

De speurtocht naar de juiste bessen is vergelijkbaar met die in het winkelcentrum of op internet naar het juiste kleur bloesje. Het is bijna dezelfde handeling; het kijken, het voelen, het beoordelen. Het gericht kijken terwijl je verder loopt. Het kiezen, dat neem ik mee, dat laat ik liggen. Ik voel me voldaan want dit keer heb ik in de natuur gesprokkeld, in plaats van in het winkelcentrum.

Door te kijken wat je uit de natuur kunt halen, heb je een ander oog voor die omgeving. Na een tijdje werkt dit door in bewustere keuzes. Als je met een potje in de hand in de super staat, overweeg je wellicht: Wat zit erin? Heb ik dit echt nodig? En betaal ik daar zoveel voor? Uiteindelijk komt alles uit de natuur. Kan het ook met iets wat al voorhanden is? Als je dat afvraagt, kies je bewuster. In de winkel en voor de besteding van je tijd.

De bewuste consument is uiteindelijk de redder van het milieu.

 

Trijntje de Haan

september 2018

 

recept vlierbessiroop