Kunstroute

Trijntje

Bijdragen aan de kunst in je eigen stad. Een stille wens of onbereikbare droom? Moet je daarvoor eerst een opleiding doen en naam maken? Misschien. En moet je daarvoor bijzonder materiaal aanslepen van heinde en verre om precies dat voorwerp te maken dat je in je hoofd hebt? Mogelijk.

Maar het kan ook anders. Creatief denken is er altijd. Juist door een beperking op te leggen kunnen ideeën ontstaan. Bijvoorbeeld de beperking dat je het doet met wat er al is.

Onderweg

Dit is hoe het gebeurde. Ik fietste naar mijn lief. Hij woont aan de ene kant van de stad, ik aan de uiterste andere kant van dezelfde stad. Om elkaar te bereiken is de kortste weg dwars door de stad, via het stadsplantsoen. Vlak daarvoor fietste ik door een studentenwijk. Aan de kant van de weg lag een mandje. Zo’n fietsmand van hout en gevlochten biezen. Een typische must-have voor fietsers die hun ecologische leefstijl willen uitdragen. De doorgeknipte tiewraps verrieden dat dit mandje van een fiets was afgesloopt en kennelijk daarna was achtergelaten.

Zal ik het oppakken? Ik keek naar mijn eigen bak bij het stuur. Hoewel groen van kleur, toch vooral heel erg plastic. Het had veel te verduren gehad de laatste jaren. Al die keren dat de fiets omviel met te zware tassen. Of die keren dat de fiets wegzakte tegen de stenen muur van mijn berging. De schade was alleen een enkele scheur in een hoek van de plastic bak. Verder was de bak nog fier rechtop en stevig.

Wat moet ik daarmee?

Maar ja, zo’n gevlochten mandje..  zo voor het oprapen.. Toch maar even kijken.
Ik draai de fiets richting trottoir. Bekijk het mandje. In de hoeken zit beweging. En het vlas -of wat is het- had al weerplekken. Dit zal niet lang houden als laadbakje op de fiets, vrees ik. Toch neem ik het mee. Ik doe het onder de snelbinder en fiets verder. Dit geeft me wat tijd om te kijken wat ik ermee doe.

Het beeld

Ik rij het plantsoen in. Vooraan staat een uitgehakte steen in de vorm van een levensgroot massief harig oerbeest. Een bizon of een wisent, daar wil ik af zijn. Ineens zie ik voor me hoe dit mandje een voederbakje kan worden. Ik stuur de fiets het plantsoen in en zet het mandje mooi recht in het gras, precies onder de neus van het beest. Het werkt: hij kan nu eten. Als een gedomesticeerd beest.

Tevreden over dit beeld, maak ik een foto. En ik vraag me af, hoe zullen voorbijgangers dit opvatten. Zal iemand het mandje opruimen omdat het daar niet hoort, rommel in het plantsoen. Of zullen mensen de grap ervan inzien en het mandje laten staan zodat een ander dit ook kan zien? Misschien doet iemand er wel wat gras in.. Geen idee. Dat is buiten mijn invloed. Maar voor nu ben ik klaar. In mijn eigen stad, interactieve kunst. Zo simpel kan het soms zijn.

Moeiteloos

Al met al was ik een uurtje onderweg. Kunst zien en maken, gewoon onderweg naar iemand toe. Wat een verrijking. Ook leuk voor een ander, trouwens. ‘Kunstroute’ krijgt zo een heel nieuwe betekenis: Een volgende keer dat ik weer deze route fiets, kijk ik wat iemand anders heeft bijgedragen, daarbuiten. Zo wordt elk ritje naar het werk een kunstroute met wisselende collectie.

Blijf opmerken wat daar buiten is, ga ondertussen door met de rest van je leven. En ineens is daar een moment waarop je iets ziet. Vrijwel moeiteloos als ik erop terugkijk.